Doeleneiland in zicht

Breng verder tijdens de begeleiding de positie van de boot opnieuw aan. Laat de ouders regelmatig deze plaats opnieuw bepalen. Ze kunnen dit ook zelfstandig doen via ‘ouder’ >>> ‘doeleneiland’.

Laat daarnaast de ouders eventueel ook nadenken over wie ze zijn op deze boot. Je kan daarvoor de onderstaande vragen stellen.

  • Op welke momenten lukt het om de boot niet achteruit te laten gaan? Wat is er dan anders?
  • Stel: het lukt om de boot een beetje vooruit te krijgen. Wie merkt dit verschil? Waaraan merkt hij/zij dat?
  • Wat helpt om de zee rustig te houden? Welke zijn helpende gedachten?
  • Wie of wat helpt om de boot een beetje vooruit te krijgen?
  • Zou je liever iemand anders zijn op de boot? Wanneer ben jij dat figuurtje al eens geweest? Wat was er toen anders?

Het is niet altijd even eenvoudig om op dergelijke vragen een antwoord te geven. Benoem dit ook zo voor de ouders en geef hen voldoende tijd om na te denken. Nadenken over wat beter gaat, helpt er voor te zorgen dat het ook echt beter gaat. In die zin is het denkproces op zich al een eerste stap zonder dat er op het moment zelf al een antwoord nodig is.