Doelen

De kinderen:

• spelen volgens de spelregels.
• leggen uit welke 4 G’s bij elkaar passen.
• verwoorden hoe zij zich zouden voelen en wat zij zouden denken.
• verwoorden helpende gedachten.

Duur

Een kwartier tot halfuur.

Materiaal

• Speelkaarten (zie bijlage)

Verloop

Verdeel de kaarten eerlijk onder alle spelers. Probeer zoveel mogelijk kwartetten (vier kaarten die bij elkaar horen) te verzamelen. Dat doe je door beurtelings bij je buur één kaart te vragen die jij nodig hebt om een kwartet te maken. Als je buur deze kaart heeft, geeft hij deze door aan jou. Als je buur deze kaart niet heeft, is je beurt voorbij en mag je buur een kaart aan zijn buur vragen.
Telkens je een kwartet hebt, leg je de vier kaarten op een hoopje bij jou. Je geeft dan ook een antwoord op de vraag die bij ‘gedrag’  staat: wat zou jij doen?

Opmerking: Druk de bijlage af op stevig, duurzaam papier en lamineer eventueel.
Tip: Je kan het spel uitbreiden. Bevraag bijvoorbeeld hoe jij je zelf bij zou voelen, wat je zou denken en welke helpende gedachten je kan bedenken.