Helpende gedachten

De kinderen:

  • omschrijven het gevoel dat op een prent wordt weergegeven.
  • geven verschillende (positieve en negatieve) gedachten bij dit gevoel.

Duur

Een halfuur (afhankelijk van aantal afbeeldingen dat je bespreekt)

Materiaal

  • Prenten van gevoelens (zie bijlage)

Verloop

Druk de prenten af en bekijk er samen één van. Laat de kinderen beschrijven hoe Tom zich volgens hen voelt (nog geen gedachten invullen). Stel de volgende vragen:

- Hoe kijkt Tom?
- Hoe zou hij zich voelen?
- Wat zou er gebeurd zijn? Wat zou jij daar zelf bij denken?
- Welke helpende gedachten kan je bedenken?

De kinderen schrijven de helpende gedachten op de prent. Je kan dit in groep doen. Als je de kinderen alleen laat werken, kan je nadien de ideeën bespreken. Door de gedachten van de andere kinderen te horen, kan men de gebeurtenis op een andere manier interpreteren.

Opmerking: Het concept ‘helpende gedachten’ kan nieuw zijn voor kinderen. Neem voldoende tijd om samen stil te staan bij welke gedachten helpend zijn. Leg dit eventueel uit door middel van een voorbeeld (bv.: Je komt bij een groepje kinderen staan. Net als jij erbij komt, schieten ze hard in de lach. Niet-helpende gedachte: ‘ze lachen mij uit' ↔ Helpende gedachte: ‘ze lachen om een grap die iemand net vertelde’). Klik hier voor meer uitleg rond helpende gedachten.