Tien minuten
Maak vijf cirkels op de grond en leg in elke cirkel een prent van een gevoel/vraagteken in. Maak op voorhand een aantal kaartjes met verschillende situaties op (vb. het dondert, je mag niet meespelen, je komt een grote hond teken in het park,…). Lees één kaartje voor. De kinderen mogen in de hoepel gaan staan bij de gevoelens die deze situatie oproept of bij het ‘?’ als ze het niet weten.